Tante

TERUG

STADSE FRATSEN (Fragment)

Er is weer een nieuwe tante.
Een madam met stadse fratsen, zeggen Trees en Ties van
de Pas.
In onze woonkamer staan nu een radiomeubel, een
roze, fluwelen bankje met franjes en flosjes – als je de
ene kant op strijkt, donkerroze, als je de andere kant op
strijkt, lichtroze – een mimiset en een salontafel met gekrulde
poten van goud en een dik marmeren blad. Ik kan
de groene en gele lijnen met mijn vinger helemaal volgen
tot mijn arm te kort is.
Voortaan moet ik een onderzettertje gebruiken voor
mijn glaasje Exota op zaterdagavond en ik mag zeker niet
met stiften in de buurt komen van dat blad. Stiften drukken
door, geven zulke nare vlekken en je weet nooit of je
een keer uitschiet.
Tante houdt niet van stiften. Kleurpotloden zijn beter
voor kinderen. Dat is jammer want als je de omtrek met
stift doet en dan de binnenkant inkleurt met potloden,
wordt het altijd heel mooi. Dat vond de jury van de kleurwedstrijd
bij ons op school ook want ik heb een lichtblauw
opwindkonijntje gewonnen dat zelf rondjes draait.
Tante kookt macaroni. Dat zijn vieze krulletjes. Die
komen uit de stad. Bij ons in de Peel verkopen ze die niet.
Bij De Groot verkopen ze alleen gewone dingen: leverpastei,
griesmeel, mariekoekjes, Betuwejam met sleutelhangers
van Flipje en tumtummetjes. En ook iets nieuws:
3 Musketiers. Die zijn lang en lekker.
Ik wil geen macaroni.
Willen, willen, ik heb niks te willen. Willen komt niet
voor in het woordenboek van kinderen.
Van mama hoefde ik nooit macaroni te eten, die wist
zelf niet eens wat dat was. Ook geen andijvie of spinazie.
Maar mama, dat was een Heilige, veel te goed voor deze
familie. Daarom is ze zo vroeg gestorven. Ze kon het gewoon
niet aan, zeven kinderen die allemaal zo goed
weten hoe het moet. En dan ook nog zo’n man, een
harde werker maar geen gemakkelijke hoor. Tante snapt
precies hoe zwaar mama het heeft gehad met ons. Daar
zou ieder normaal mens kanker van krijgen. Een Heilige!
Daarom zijn wij nu allemaal zo verwend.
Op de antieke kast van opa staat een foto van mama.
Die mag blijven staan van tante. Ook al is zij er nu. Ze
heeft er zelfs zo’n roze roosje bij gestoken, dat op de verpakking
van haar flesje parfum zat.
Ik mag de foto elke dag afstoffen, niet met een stofdoek
maar met een plumeau. Dat is een stok met mooi gekleurde
veertjes.
De freule gaat weer eens poetsen. Margriet en Heleen
lachen tante altijd uit.
Ik weet niet wat een freule is maar ik denk net zoiets
als een madam met stadse fratsen.

 

 


TERUG